-
1 waterdicht maken
waterdicht maken -
2 waterdicht maken
waterdicht makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > waterdicht maken
-
3 waterdicht
1 [ondoordringbaar voor water] étanche2 [ondubbelzinnig] sans faille♦voorbeelden:waterdicht maken • imperméabilisereen waterdichte analyse • une analyse défiant toute critique -
4 waterdicht
1 [ondoordringbaar voor water] waterproof 〈 kleding(stuk)〉 ⇒ watertight 〈schoeisel/ruimte (in schip)〉2 [ondubbelzinnig] watertight♦voorbeelden:waterdicht maken • (water)proof 〈 jas, stoffen〉; 〈 dichten, breeuwen〉 ca(u)lk; seal 〈bijvoorbeeld met verf/was〉waterdichte garanties • watertight guarantees -
5 waterproof
adj. waterdicht--------n. waterdicht--------v. waterdicht makenwaterproof -
6 proof
adj. bestand, opgewassen, (water)dicht--------n. bewijs--------v. bestand staan tegen; waterdicht zijn; bewijzenproof1[ proe:f]♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 the proof of the pudding is in the eating • in de praktijk zal blijken of het goed isbring/put to the proof • op de proef stellen♦voorbeelden:————————proof2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:1 proof against water • waterdicht, waterbestendig————————proof3II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 étancher
-
8 seal
n. zeehond; zegel; stempel; stop, dop, afsluiting; afsluizen; teken; waarborg; wettelijk verklaren--------v. waterdicht maken; afsluiten; afdichten; verzegeld; gestempeld; wettelijk verklaren; beëindigenseal1[ sie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zegel ⇒ stempel 〈 ook figuurlijk〉; lakzegel; (plak)zegel; 〈 figuurlijk〉 kenmerk; 〈 figuurlijk〉 bezegeling2 dichting ⇒ dichtingsmateriaal; (lucht/waterdichte) (af)sluiting; stankafsluiting♦voorbeelden:seal of love • bezegeling van de liefdeunder seal of confession • onder biechtgeheimunder seal of secrecy • onder het zegel van geheimhouding→ privy privy/————————seal21 op robben/zeehondenvangst gaan/zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:seal the flavour in • het aroma vasthoudenseal off an area • een gebied afgrendelen -
9 weatherproof
adj. tegen het weer bestand--------v. waterdicht makenweatherproof -
10 becoming sealed
Verzegeld worden (hermetisch gesloten, verdichten, luchtdicht maken, waterdicht maken) -
11 caulk
-
12 re-proof
-
13 stanch
-
14 proofing
n. het waterdicht maken; stopmiddel -
15 einen Anorak imprägnieren
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen Anorak imprägnieren
-
16 imprägnieren
imprägnieren1 impregneren ⇒ doordrenken, doortrekken♦voorbeelden:Holz imprägnieren • hout impregneren -
17 hydrofuger
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский